Denk goed na over de begunstigden in uw levensverzekering

Een levensverzekering is een interessante tool in het kader van een fiscaalvriendelijke successieplanning of vermogensoverdracht. Maar dan is het wel cruciaal dat u de begunstigde in uw levensverzekering op een correcte manier aanduidt. Enkele belangrijke tips!

Doorgaans worden in een levensverzekering twee verschillende types van begunstigden aangeduid:

  • Begunstigde bij leven: hij/zij krijgt het kapitaal als de verzekeringnemer nog leeft op de eindvervaldag van het contract. Meestal is dit de verzekeringnemer zelf.
  • Begunstigde bij overlijden: hij/zij krijgt het verzekerde kapitaal of het spaartegoed van de polis als de verzekeringnemer vóór de eindvervaldag van het contract overlijdt.

Als u geen begunstigde bij overlijden vermeldt in de polis, dan komt het overlijdenskapitaal in uw nalatenschap terecht (als u vóór de eindvervaldag van het contract overlijdt). Het wordt dan verdeeld onder uw erfgenamen volgens de wettelijke erfrechtregels. Maar door een specifieke begunstigde te kiezen, kunt u van deze regels afwijken. Door iemand te begunstigden die volgens het erfrecht niet van u zou erven, of door bepaalde erfgenamen meer te geven dan hun wettelijk erfdeel.

Generieke of nominatieve omschrijving

U kunt de begunstigde in uw levensverzekering generiek of nominatief omschrijven.

  • Generiek staat voor algemeen. Voorbeelden van een generieke omschrijving zijn
    • mijn echtgeno(o)t(e)
    • de kinderen
  • Nominatief betekent ‘met naam’. Een voorbeeld van een nominatieve omschrijving is Tom Pieters.

Regelmatig checken!

Het is belangrijk dat u regelmatig controleert of de begunstigde die u gekozen hebt, nog overeenstemt met uw verwachtingen. Stel, u duidt ‘Lies De Gucht en Stijn De Gucht’ aan als begunstigden bij overlijden. Dat zijn uw twee kleinkinderen. Lies en Stijn krijgen, als u overlijdt, elk de helft van het kapitaal van de polis. Als er nadien nog een derde kleinkind geboren wordt, dan krijgt die helemaal niks, tenzij u de clausule intussen aangepast hebt.

Duidt u uw partner met naam aan als begunstigde, bijvoorbeeld Nele Vermant, dan blijft zij ook de begunstigde als u niet langer een koppel vormt. Bij een breuk past u dit best meteen aan. Dergelijke situaties kunt u vermijden door voor een generieke omschrijving te kiezen, zoals ‘mijn echtgeno(o)t(e)’.

Echtgenote en de kinderen

Opgelet als u ervoor kiest om uw echtgeno(o)t(e) en de kinderen te begunstigden.

  • Kiest u als begunstigde voor ‘mijn echtgeno(o)t(e), bij ontstentenis de kinderen’: dan krijgt uw echtgeno(o)t(e) het volledige kapitaal en uw kinderen niks. Tenzij wanneer uw echtgeno(o)t(e) overleden is, dan krijgen uw kinderen het volledige kapitaal.
  • Kiest u voor ‘mijn echtgeno(o)t(e) en de kinderen’: dan krijgt uw echtgeno(o)t(e) de helft, en uw kinderen elk een gelijk deel van de andere helft. Dit wordt zo bepaald door het erfrecht.
  • Kiest u voor ‘mijn wettelijk samenwonende partner en de kinderen’, dan krijgt iedereen een gelijk deel. Via het wettelijk erfrecht zou de wettelijk samenwonende partner niks krijgen.

Beperkingen aan uw keuzevrijheid

Uw vrijheid om begunstigden aan te duiden wordt op een aantal vlakken begrensd. Als u fiscaal voordeel wil halen uit verzekeringen Pensioensparen of Langetermijnsparen, dan moet uw begunstigde bij overlijden uw echtgeno(o)t(e) of uw wettelijk samenwonende partner of bloedverwanten tot de tweede graad zijn. Anders loopt u mogelijk het belastingvoordeel in uw contract mis.

Hebt u hierover nog vragen? Bel of mail ons dan meteen.

Terug naar overzicht